Verzorging

Hier vind u algemene informatie over het houden van Phelsuma's.


Heeft u specifieke vragen over de verzorging neem dan contact op.

 

  • Huisvesting
  • Voeding
  • Voortplanting
  • Geslacht
Huisvesting

Phelsuma's worden over het algemeen gehouden in een terrarium. Meestal gemaakt van glas maar kunststof of hout zijn ook zeer goed mogelijk. De afmetingen van het terrarium zijn uiteraard afhankelijk van de beoogde bewoner maar ook eigen wensen spelen een rol in deze keuze. Voor de meeste soorten volstaat een afmeting van 40x40x60cm (BxDxH) wanneer per koppel gehuisvest. Bij de wat grotere soorten is een ruimer terrarium gewenst. Het terrarium dient tenminste aan de bovenzijde voorzien van voldoende ventilatie en voor een goede circulatie is een tweede ventilatie strook aan de onder/zijkant geen overbodige luxe.

Wat betreft de verlichting gaat de voorkeur uit naar veel licht. Een combinatie van een plek om te zonnen in de vorm van een halogeen of een spotlamp en een TL- of PLL-lamp is meestal voldoende. Dit zorgt voor een plek waar de dieren zich kunnen opwarmen en voor voldoende licht om zich goed te voelen. Plaats de lampen het liefst boven het terrarium en niet in het terrarium anders lopen de dieren het gevaar zich te branden aan de hete lampen. Men dient er dus bij de keuze van de ventilatie rekening mee te houden dat deze het licht door laat zoals bijvoorbeeld fijnmazig gaas.

Phelsuma terrarium

De "kwaliteit" van het licht is ook van belang. TL- en PLL-lampen ook wel fluorisentie lampen genoemd zijn er in vele soorten en maten. Voor Phelsuma's moet men kiezen voor een lamp met een kleur temperatuur tussen de 5000K en 6500K dit is de kleurtemperatuur uitgedrukt in graden Kelvin. Rond de 6000 Kelvin komt overeen met het het licht in een tropisch tot subtropische omgeving. In de zomer periode is de belichtingsduur 12 tot 14 uur per etmaal, in de winter wordt dit afgebouwd naar ca. 10 uur. De temperatuur in het terrarium mag varieren tussen de 25°C en 35°C onder de pot mag de temperatuur best wat oplopen. S' nachts mag de temperatuur gewoon terug zakken naar kamer temperatuur of lager, 15°C is geen enkel probleem. Voor sommige soorten mogen deze temperaturen best nog wat lager of hoger zijn dit is afhankelijk van hun natuurlijke leefomgeving. In de winter periode is het wenselijk om de gemiddelde temperatuur een paar graden te laten zakken.

Dan zijn we toe aan de luchtvochtigheid. Een relatieve luchtvochtigheid van 60 a 70% is in de meeste gevallen uitstekend. Nu is dit niet voor iedereen even makkelijk te bereiken, 2 keer per dag sproeien met een plantenspuit of sproeisysteem is vaak voldoende. Een vocht vasthoudende bodem bedekking en levende planten dragen ook bij om de luchtvochtigheid op pijl te houden.

De inrichting van het terrarium is natuurlijk geheel naar eigen inzicht te verwezelijken als men maar met een paar punten rekening houd. Zorg voor een goede plek om te zonnen, doe dit door voldoende zit gelegenheden rond en onder de lamp te creëren. Let hierbij wel op dat de dieren zich niet makkelijk kunnen verbranden aan de lamp of hete oppervlakken. Verder moet er voldoende klim- en schuilgelegeheid zijn, bamboe is hier een zeer geschikt materiaal voor. Door de holle structuur van de bamboe bied deze veel schuilgelegenheid en plaats om de eieren af te zetten. Tevens is het prima geschikt voor de phelsuma's om over te klimmen en klouteren. De keuze van beplanting word vooral bepaald door de bestendigheid van de plant. Deze moet bestand zijn tegen de heersende omstandigheden in het terrarium en tegen het geklouter van de dieren, Sanseveria en Zamio Culcas zijn hier goede voorbeelden van. Als bodem bedeking is er o.a. de keuze uit bark, potgrond, cocos of oestergrid. De keuze is vooral afhankelijk van eigen ervaring en wat je zelf het mooist en prettigst vind. Dit geld ook voor de achterwand, zelf heb ik er voor gekozen geen achterwanden in mijn terraria te gebruiken, dit uit praktische overwegingen i.v.m. schoonmaken en voedseldieren die zich er achter kunnen verschuilen.

Voeding

Phelsuma's eten voornamelijk kleine insecten zoals krekels, krulvliegen en kleine fruitvliegjes. Daarnaast hebben ze graag zoete dingen zoals zacht fruit, honing, jam, en een zelf samen gesteld "Phelsuma papje". Het formaat van de krekels is afhankelijk van de grote van het dier. Grotere Phelsuma's kunnen grotere krekels verorberen. De jonge dieren krijgen in het begin voornamelijk fruitvliegen maar ook deze kunnen al snel met een krekeltje overweg. Alle insecten worden voor het voeren bepoederd met een vitamine en mineralen suplement, dit om er zeker van te zijn dat de dieren voldoende voedings suplementen binnen krijgen om te groeien en gezond te blijven. Ook het "Phesuma papje" is een belangrijke bron van bouwstoffen, beschermende stoffen en brandstof en een makkelijke manier om deze te verschaffen. Er zijn meerdere aanbieders van kant en klare mengsels die gemengd met wat water of naar eigen inzicht met olvarit fruithapje of roosvice een prima basis vormen voor het "papje". Deze mengsels hebben meestal van zichzelf al een zoetige smaak en zal dan ook graag gegeten worden door Phelsuma's.

Phelsuma papje

Bouwstoffen zijn nodig voor de opbouw (groei en ontwikkeling) en voor de voortdurende hernieuwing van de weefsels. Belangrijke bouwstoffen zijn eiwitten, water en bepaalde mineralen.

Beschermende stoffen zoals vitamines, mineralen, spoorelementen en voedingsvezels zorgen voor de goede werking van het organisme en verhogen de weerstand tegen ziekten.

Brandstoffen verschaffen energie. Energie is nodig voor "inwendige arbeid" zoals ademhaling, spijsvertering, hartwerking,... en voor "uitwendige arbeid" beweging. Met betrekking tot "inwendige arbeid" wordt ook vaak het begrip "basaal metabolisme" gebruikt. Dit is de energie die nodig is om een dier in leven te houden als zijn lichaam in volkomen rust en nuchter is. De energieleveranciers zijn vetten en verteerbare koolhydraten, en in 2de instantie, eiwitten als de energie-opname uit vetten en verteerbare koolhydraten onvoldoende is.


Een paar belangrijke vitamine zijn:
Vitamine A voor huid en ogen. Vitamine B (verzamelnaam voor 8 vitamines) deze spelen een voorname rol bij de stofwisseling. Vitamine C is nodig voor verschillende processen in het lichaam en bevorderd de algehele weerstand. Vitamine D is nodig voor de aanmaak van vitamine D3 met behulp van zonlicht (UV-B straling). Bij een gebrek aan vitamine D3 kan er te weinig calcium worden opgenomen in het bloed en treden spierverslapping en botziektes al rachitis op. Vitamine D3 kan ook via het voedsel worden toegedient. Vitamine E speelt een rol bij de vruchtbaarheid, slecht uit het ei komen van jongen kan een oorzaak zijn van vitamine E gebrek.

Vitamine A, D, E en K zijn vet oplosbare vitamine dit wil zeggen dat deze ter beschikking komen aan het lichaam en in het vet worden opgeslagen. Overdosering is dus mogelijk.
Vitamine B en C zijn water oplosbare vitamine een teveel hieraan word via de urine afgevoerd uit het lichaam.

Voortplanting

Phelsuma's leggen net als veel andere reptielen eieren. Deze eieren hebben een harde schaal net als bij vogels en dus geen leerachtige zoals slangen, luipaardgekko's en veel kameleons. Phelsuma's leggen gedurende het voortplantings seizoen (maart t/m oktober) gemiddeld iedere maand twee eieren, soms is dit er maar één. Na de bevruchting, waarbij het mannetje het vrouwtje bij haar nek beetpakt en zich vervolgens in een soort houtgreep om haar heen kronkelt, duurt het ongeveer 25 dagen voor de eieren gelegd worden. De eieren zijn vaak al goed zichtbaar in de buik van het vrouwtje als twee witte vlekken. Ze worden afgezet op een beschutte plaats zoals een holle bamboepijp, in een plant of onder een bloempot. Ook zijn er soorten die hun eieren vast plakken aan een oppervlak dit kan zijn in een hoek tegen het glas, in een bamboepijp of aan het blad van een plant. In het begin zijn de eieren nog zacht en een beetje plakkerig, het vrouwtje houdt ze na het leggen tussen de achterpoten vast tot ze hard genoeg zijn om veilig neer te leggen. Er zijn meerdere methoden om een ei uit te laten komen. Wanneer het ei in het terrarium blijft liggen zal het in de meeste gevallen gewoon uitkomen, echter is er dan weinig controle over temperatuur en luchtvochtigheid. Ook bestaat er het risico dat het jong door de ouders wordt opgegeten zodra het uit het ei is gekropen. Als het ei uit het terrarium wordt genomen en in een broedstoof (incubator) wordt gelegd heb je volledige controle over temperatuur en luchtvochtigheid waardoor de ideale omstandigheden voor de ontwikkeling van het ei gecreëert kunnen worden.

broedstoof

Afhankelijk van deze omstandigheden duurt het gemiddeld 60 dagen voor het uitkomt. Bij lagere temperaturen zal dit langer duren en bij hogere temperaturen korter. Wanneer de eieren snel uitkomen betekent dit dat de jongen minder tijd hebben gehad om goed te ontwikkelen met kleinere en zwakkere jongen als gevolg. Omgekeerd bij een langere incubatie tijd komen de jongen vaak groter en sterker uit het ei maar de periode waarin er tijdens de ontwikkeling iets fout kan gaan is wel langer. Een temperatuur tussen de 25°C en 28°C gaat vrijwel altijd goed. De luchtvochtigheid tussen de 60 en 80% voorkomt uitdroging van de eieren (uitwisseling vind plaats door de schaal van de eieren heen).

grafiek

De jongen zijn kleine kopieën van hun ouders alleen bij een aantal soorten komt de uiteindelijke kleur pas op latere leeftijd. Wanneer de jongen eenmaal gezond en wel uit het ei gekomen zijn zullen ze vrijwel gelijk vervellen. Huisvest het in een simpel klein terrarium. Liefst alleen, maar in een hoop gevallen gaat huisvesting in kleine groepjes ook prima. De eerste twee dagen zal het nog geen behoefte hebben aan eten maar daarna kan het met kleine fruitvliegjes en Phelsuma pap worden gevoerd. Let er wel op dat de kleine jongen hier makkelijk in verdrinken, het is dan ook verstandig om er voor te zorgen dat het bakje heel ondiep is of leg er een kiezelsteentje in. Na verloop van tijd kan begonnen worden met het aanbieden van krekeltjes. Sproei twee keer per dag en houd er rekening mee dat de jongen door hun kleine formaat wat gevoeliger zijn voor uitdroging dan volwassen dieren. Na ca. 12 maanden zijn de jongen volwassen en instaat zelf voor nakweek te zorgen. Voor de gezondheid van het dier is het aan te raden niet met voortplanten te beginnen zolang het nog niet volledig is volgroeidt en ontwikkelt. Een minimum leeftijd van 1,5 jaar voordat het dier bij de kweek wordt ingezet is dan ook raadzaam.

Geslachtsbepaling
Het bepalen van het geslacht is bij Phelsuma's wanneer ze oud genoeg zijn meestal vrij eenvoudig. Mannen ontwikkelen vanaf dat ze 6 maanden oud zijn femoraal- en pre-anale poriën. Deze poriën bevinden zich in een V-vorm boven de cloaca tussen de achterbenen. Ze zijn herkenbaar als geel tot bruin gekleurde puntjes, vaak steken ze uit als soort van haartjes. Daarnaast zie je bij mannen vaak onder de cloaca twee licht gekleurde bultjes hier onder bevinden zich de hemipenissen. Vrouwen hebben al deze kenmerken doorgaans niet of nauwelijks.

Phelsuma man

Vrouwen hebben doorgaans een grotere aanleg voor het ontwikkelen van zogeheten kalk zakken achter de oren. Hierin worden calcium reserves opgeslagen die kunnen worden aangesproken tijdens de productie van eieren.